De New York Historical Society Museum & Library viert dit jaar de 400ste verjaardag van New York, de stad die ooit begon als Nieuw-Amsterdam. In het museum start vandaag een expositie met enkele topstukken uit het Nationaal Archief in Den Haag. Het Haagse archief heeft daarvoor de 'Schaghenbrief' en Johannes Vingboons’ aquarel 'Gezicht op Nieuw-Amsterdam' uitgeleend.
In 1624 sticht de West-Indische Compagnie (WIC) op het zuidelijkste puntje van Manhattan de handelspost Nieuw-Amsterdam. Het zou de hoofdplaats worden van de kolonie Nieuw-Nederland en later uitgroeien tot New York.
Op 5 november 1626 schrijft Pieter Jansz. Schaghen aan de Staten-Generaal over nieuws dat hij van de bemanning van het schip Het wapen van Amsterdam hoorde. Het schip is dan net uit de kolonie teruggekeerd. Het gaat goed met de kolonisten. Er zijn kinderen geboren en er is geoogst. Schaghen meldt verder: ‘hebben t’eylant Manhattes van de wilde gekocht, voor de waerde van 60 gulden’.
'Schaghenbrief'
Gekocht hadden de Nederlanders Manhattan niet echt. Hooguit kregen ze het gebruiksrecht, in ruil voor goederen als ketels, messen, kralen en textiel. De oorspronkelijke bevolking van het eiland, de Lenni-Lenape, kende geen grondeigendom. Maar de Nederlanders zagen zichzelf na de overdracht van de goederen, wel als eigenaren van het gebied. De 'Schaghenbrief' werd in de 19de eeuw in het archief van de Staten-Generaal ontdekt.
Tekst gaat door onder foto.
De Schaghenbrief | Collectie Nationaal Archief.
'Gezicht op Nieuw Amsterdam'
In 1664 maakte Johannes Vingboons een aquarel van de nederzetting Nieuw-Amsterdam. De Engelsen namen de kolonie in dat jaar over. Ze doopten Nieuw-Amsterdam om tot New York. Op de aquarel zijn Hollandse huisjes en schepen met de Nederlandse vlag te zien. Ook een molen en een galg ontbreken niet.
De 'Schaghenbrief' en 'Gezicht op Nieuw-Amsterdam' zijn van vanaf vandaag tot en met 14 juli te zien in de tentoonstelling 'The Castello Plan: New York Before New York' in de New York Historical Society Museum & Library.